VOORWOORD EN VERANTWOORDING

In dit derde en laatste deel van de 320-oorlogsgeschiedenis worden speciaal de vliegende bemanning, het technisch personeel en het gronddienstpersoneel van het squadron belicht. Behalve een zo volledig mogelijke bemanningsopgave neemt in dit boekdeel ook de Ererol een belangrijke plaats in. Voor wat betreft de lijst van uitgevoerde oorlogsvluchten per bemanningslid geven de hierin vermelde aantallen soms een navrant beeld. Sommige leden van de vliegende bemanning overleefden een indrukwekkend aantal sorties. Anderen, daarentegen, moesten na slechts een luttel aantal oorlogsvluchten als vermist dan wel als gesneuveld worden opgegeven. Een apart hoofdstuk is gewijd aan de oorlogsonderscheidingen, die aan 320-bemanningsleden werden toegekend. Ondubbelzinnig wordt hierin aangetoond, dat 320 als het meest gedecoreerde onderdeel van de Nederlandse militaire luchtvaart uit de strijd te voorschijn is gekomen. De Daily Orders geven een treffend tijdsbeeld van het wel en wee van het squadron gedurende de diverse opeenvolgende plaatsingen op RAF-vliegbases. Tijdens het verblijf in het Verenigd Koninkrijk heeft het squadron verschillende malen hoog bezoek mogen ontvangen. De talrijke malen dat Z.K.H. Prins Bernhard het squadron met een bezoek vereerde, zijn een duidelijke indicatie van zijn oprechte belangstelling voor het reilen en zeilen van 320. Overigens levert deze lijst van Very Important Persons een duidelijke aanwijzing dat de inzet van het Nederlandse squadron in de geallieerde krijgsmacht hogelijk werd gewaardeerd. Na een overzicht van alle vliegtuigen, die gedurende oorlog bij het squadron werden ingedeeld, is ten slotte een specifiek Register voor het tweede deel De operaties van 320 Squadron in een apart hoofdstuk opgenomen. Dit was noodzakelijk om het toch al uitgebreide tweede deel niet nog volumineuzer te laten worden! Bij de samenstelling van dit op het 320-personeel gerichte boekdeel werden vooral de aanwezige persoonsdossiers zoals aanwezig bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in Den Haag grondig geraadpleegd. Hierbij werd de zeer gewaardeerde assistentie van de heer C.F. Bruijn als bibliothecaris en de heer H.H. Kragt van het foto-archief o ontvangen. Verder werd bij het persoonsonderzoek veel steun van drs. P.E. van Loo als wetenschappelijk medewerker verbonden aan genoemd instituut ondervonden. Ten slotte wordt met zeer veel dank de medewerking gememoreerd van de heren J. Boom/Amstelveen, D. Brock/Milton-Pembrokeshire, D. Megchelse Sr./Oegstgeest en wijlen schout-bij-nacht-vlieger titulair H.J.E. van der Kop. Het resultaat van een jarenlang onderzoek heeft helaas niet geleid tot een volledig en waterdicht overzicht van het 320-personeel gedurende de Tweede Wereldoorlog. Daarom zullen eventuele aanvullingen en verbeteringen afkomstig van de betrokkenen voor zover nog in leven en van hun familierelaties met zeer veel belangstelling tegemoet worden gezien. Met dit derde deel zijn alle aspecten betreffende de oorlogsgeschiedenis van No. 320 Squadron Royal Dutch Naval Air Service in een ruim kader beschreven en te boek gesteld. De heer L.H. Boerman verdient hierbij bijzondere vermelding voor de aantrekkelijke layout die van zijn hand aan alle drie delen werd gegeven. Uitgeverij Geromy ten slotte moet eveneens alle lof worden toegezwaaid. Directeur Frank Venus beschouwde het als een ereplicht om de oorlogsverrichtingen van 320 uitgebreid in boekvorm te laten verschijnen. De auteur hoopt dat U als lezer in het bereikte resultaat niet teleurgesteld zult zijn en de gekozen opzet in drie afzonderlijke en feitelijk toch in samenhang aan elkaar verbonden boekdelen als geslaagd mag worden beschouwd!
Voorschoten, zomer 2007
N. Geldhof