Lumpsum is nu definitief ingevoerd in het primair onderwijs. Het bevoegd gezag, het schoolbestuur dus, krijgt nu alleen nog maar geld om de scholen in stand te houden. In veel situaties zijn besturen op afstand gegaan en is de dagelijkse leiding in handen gelegd van het bovenschools management. Deze functionarissen zijn bij uitstek betrokken geweest bij de invoering van lumpsum.

In deze serie Basisschoolmanagement zijn al twee deeltjes over lumpsum verschenen . De eerste (nummer 34) behandelt vooral de achtergronden en de techniek, de tweede (nummer 35) het beleid en beheer bij lumpsum. Dit derde gaat over de betekenis van lumpsum voor het werk van de schoolleider. Het is vooral dus gericht op de directeur in een een- of meerpittersituatie. Ook voor bovenschoolse directeuren kan het een inspiratiebron zijn.

Hoe moet de schoolleider nu met lumpsum omgaan? Dit boekje gaat in op alle gevolgen van lumpsum voor een school en in het bijzonder de wijze waarop de schoolleider daarop kan reageren, ieder op z'n eigen manier. Het gaat niet over financieel management of 'hoe leer ik boekhouden' in een paar weken. Alle voor de schoolleider bekende beleidsterreinen worden daarin betrokken. Zoals de relatie tussen het onderwijs en de bekostiging, de effecten van lumpsum op de school en/of de organisatie, de bekostiging van het personeel, de formatie en het personeelsbeleid, het financieel beleid in de brede zin (planning en control, omgaan met risico's, verdeling van middelen) en de exploitatie van de school, in het bijzonder het gebouw en de inventaris.

'Lumpsum en de schoolleider' gaat dus vooral over de rol die de schoolleider speelt in de eigen organisatie als het gaat om de inzet van middelen. Het biedt veel informatie en zet aan het denken.